De zaterdagmiddag knielt neer in het kerkschip alleen gelaten. In alle hoeken en gaten is de stilte druk in de weer.
De zon van een lange week weeft tussen wand en pilaren webben van ragfijn garen dubbel getwijnd en gebleekt.
Binnen de kraag van zwart hout schutsels en gladde banken in het koorgestoelte branden kernen van koper en goud.
Uit: 'Ik adem mijn eigen aarde' 1974 Oorspronkelijk (1967) gepubliceerd in het fotoboek 'Sint-Niklaas en het Land van Waas'.