Een Morgen

Een morgen in het wit, daarna gekleurd
lijkt alles anders in der ijl bewogen
terwijl men toeziet met gewassen ogen.
De rozenperken overnieuw in fleur.

En ik verander zelf, méé met de struiken
waaiend aanwezig, met de perzikboom
vol sneeuwvlokken en rondgemorste room,
waartussen parelgrijze duiven duiken.

De wereld wijzigt zich elk ogenblik
in nieuwe vormen van bestaan, die duren
tegen de schade van de gaande uren.
De enige die ouder wordt ben ik.

Uit: "Het oudste geluk "