Nazaret

1(Gabriël)

De dag was zo stil te Nazaret
als een avond der meimaand hier,
wanneer het in Vlaanderen geurt alom
van lindebloesem en vlier.
Maria bleef in de zon alleen.
Maria zat in een hoek
van haar kleine kamer, wit en ontdaan
en verwonderd na mijn bezoek.
Ik vloog naar de nok van de hemel weer
en door niemand nagestaard;
ik knielde in het midden des hemels en zei:
Vader, zij heeft aanvaard.
En heel de ruimte werd wit en stil
van roerloosheid en van licht,
want beneden begon Maria aan
de strofen van haar gedicht.

Uit: "Maria Moeder "