Nachtelijk defilé 1
Gent 29 april 1540

Achter de namen die mij in de nacht
slaaploos te binnen schieten stapt een dichte
stoet van gestalten stemmen en gezichten
te voorschijn uit de dagen van mijn macht.

Zijn medewerkers die ik koos of kreeg
gezanten die gezag en aanzien deelden,
zijn zichtbaar vrienden vijanden zeer vele
naar wie ik luisterde voor wie ik zweeg,

zijn vrouwen die ik liefhad en verliet
of vreemdelingen voor een etmaal gasten,
zijn doden dikwijls die mijn ziel belasten
met woekeringen van vergeefs verdriet.

Uit: "De Vlinderboom"