Twee boomgaarden

Er stond een boomgaard sneeuwwit in het dal
dat ik niet nader kende dan bij name
de oppertakken in boeketten samen
en waaiend een begin van bloesemval.

Zien deed haast pijn. Was een al oud verdriet
mij lang geleden elders overkomen
toen ik een knaap nog onder appelbomen
in wolken van verwonderingen liep.

Nu keek ik naar een kalken spiegelbeeld
terwijl ik verderreed over mijn schouder
bezorgd om mijn voorrijders bij te houden
tussen beheersing en beklag verdeeld.

Uit: "De Vlinderboom "