Zaterdag

Op zaterdagavond. De lessen
al eeuwenlang achter de rug.
Uit bossen vol zwarte bessen
keerden wij tegen zessen
ontembaar naar huis terug.

De geur van het avondeten
de zoete geur van vers brood.
De schaafwonden al vergeten
de schrammen de mierenbeten
de domme sprong in de sloot.

Aloude vertrouwde gebaren
van avond en huisgezin
en het groen geweld van de blaren
der zwetende notelaren
kapselden ons in.

Uit: "En het dorp zal duren "