Voorbij gaat het water, en wij

Komen de morgens van mei
krokus en akelei -
voorbij gaat het water, en wij.

Legt roeper koekoek een ei
loopt een wit lam in de wei -
voorbij gaat het water, en wij.

Wind van de overzij
regens en averij -
voorbij gaat het water, en wij.

Binnen of buiten de rij
altijd te loef of te lij -
voorbij gaat het water, en wij.

Droef zijn of dartelend blij
beurtelings allebei -
voorbij gaat het water, en wij.

Voorbij gaat het water, en wij.

Uit: "En het dorp zal duren "