Park

De kinderen de vogels de bejaarden
hebben hun vaste uren om te komen
flaneren onder de aloude bomen
met neergelaten luifels van geblaarte.

Namiddaglicht voorzichtig op de tenen
loopt met een lint van zilver langs de stammen
of brandt met kleine kopergroene vlammen
tegen een bast vol kneuzingen en kenen.

Straks gaan de stemmen huistoe, de bejaarden
de kinderen met gevulde speelgoedhanden.
De vogels dansen op de vijverranden
naast de geliefden, neergedaald op aarde.

Uit: "Ik adem mijn eigen aarde "