Het kortgeschoren gras
de kleinbladlinde
haagroos en hagewinde

De rozen teder rood
de toegewijde vlieren
het bloed van anjelieren

De merels opgewekt
de meeuwen uit den hoge
dwarrelend aangevlogen

Het hek de lage muur
en onder zoveel zoden
de nagelaten doden

Uit: "Zachtjes, mijn zoon ligt hier "