Oud zijn is teren op herinneringen,
wonen in steden die men eens bezocht,
is gaan en keren in al kleiner kringen,
lopen op effen wegen zonder bocht.

Is wars van heimwee naar de einder kijken
waarachter niets gebeurt dat ik niet ken,
de dagen met de dagen vergelijken
de man zijn die ik steeds gebleven ben.

Is wachten op beweging van bezoekers
van wie ik van vooraf de woorden weet
als kwamen die uit eer gelezen boeken.
Geluk is alles wat men niet vergeet.

Uit: "Het oudste geluk "