Een stad van doden

Op Campo Santo rinkelen en tinken
de zwartmetalen lovers van de kransen.
Vernis van zonlicht doet de zerken glanzen
en de vergeten lettertekens blinken.

Gevuld met lege kamers is de bodem,
vol keldergraven, enkel steen en holte.
Langs de verharde wegels die wij volgden
worden de sarcofagen marmeren doden.

Uit: "Het sierlijke bestaan van steden "