Efeben

Ik zag in het museum twee efeben,
conform de Griekse canon afgebeeld:
de armen langs het lichaam naar beneden,
de rechtervoet één schree vooruitgetreden,
de ogen, zonder iris, als geleegd.

Buiten op straat zag ik hun evenbeeld:
twee heldere knapen die op huis aan gingen,
denkend aan honderd dagelijkse dingen
of, zonder één gepeins, gewoon verveeld
nog onbereikbaar voor herinneringen.

Wie zoeken gaat naar de efeben binnen
vinden de plek, waarop zij stonden, leeg.

Uit: "Het oudste geluk "