November in Beauvoorde

Uit het bijeengebleven dorp. Uit straatjes
die huiselijk naar pannenkoeken geuren.
Uit de allee al in novemberkleuren
en de chrysanten langs de kerkhofpaadjes.

In het portaal. De vleugeldeur valt tegen
én in het slot. Ik loop met trage schreden
op de plavuizen van heel lang geleden
in licht dat stilstaat als een witte regen.

Ik hoor gregoriaans uit mijn geheugen,
verschuiven van roodpluchen kussenstoelen
(nog aan mijn knie kan ik de stof gevoelen!),
de najaarshoest met echo's in de beuken.

Het wierookvat met rinkelende keten,
de altaarschel een schommeling van zilver,
een zwijgen zeer intens. En nauwelijks klinkend
het zachtste orgel van de hele wereld.

Uit: "Daar is maar één land... "