Zannekin

De poldersloten in een sliet van lissen
en woekering van buntgras. Lampernisse.
Wellicht ziet iemand die hier langsloopt in
het water het gezicht van Zannekin.

Hier is hij jong geweest, een zachtgeaarde
vertrouweling van polders en van paarden,
een die, vergroeid met zijn geboortestreek,
niet verder dan de verste akker keek.

Tot hij geroepen werd. Hij zag nog even
het liggend land van zijn gelukkig leven.
Dat hij verloren vreesde. Dat hij won
in ongewild vertoon van heldendom.

Hij keerde niet naar huis terug. Zijn asse
ligt op de zuidflank van de berg van Kassel.
In Lampernisse tussen riet en lis
wordt zijn gezicht in water uitgewist.

Uit: "Daar is maar één land... "