Soms blijft de arbeid laag en neergebogen
met vuur en rook tegen vermoeide ogen
en handen zonder oponthoud gehard.
Het ijzer wordt door zuilen kou bevlogen
en zelfs de adem die men blaast is zwart.

Maar morgen staan de steigers opgetrokken,
varen pontons te voorschijn uit de dokken
of wordt een brug verzameld met gerucht
van hamers, als een carillon van klokken
tekeer tegen het oorvlies van de lucht.

Uit: "Sint-Niklaas en het Land van Waas"