Pastorale
Er zongen vogelen in zeven ceders
terwijl ik zingend door de dalkom liep;
een kudde lag in zeven trossels neder
rond elke boom waarin de dagwind sliep.
Maar 's avonds liepen als op lenige veren
de schapen hups achter de hamel aan
en in het dal, nu ook de vogels keerden,
bleven de zeven ceders zingend staan.
Uit: "Het land der mensen "