De zachte dingen 1
De tegels van altijd. De tederheid
van dingen die we kennen als de dagen
van woede weerzin en van welbehagen.
Het vergezicht. Het heilig onderscheid
tussen wat duurzaam duldend wordt verdragen
én onrust van terecht gestelde vragen
wanneer de engel waaiend binnenschrijdt.
Het boek voorbij. Het leven toegewijd
zonder verwondering en zonder klagen
intens gehoorzaam worden wie gij zijt.
Maar morgen als het nuchter licht met vlagen
de kamer blinkelings wordt ingedragen
een mens ontmoeten die is ingewijd.
Uit: "Op hoop van vrede "