Vrouwtje met mand
In Lindos liep mijn moeder op het pad
dat naar een buurt van veertien huizen voerde,
een lieve zwarte vogel die ontroerde.
De appels die zij plukte voor de stad
beneden uit de boomgaard van de boeren
bewegen in de rugmand zonder vat,
zij in haar vederdos, een git veloeren,
keerde zelfstandig huistoe stap voor stap.
Uit: "Een tent van tamarinde "