Bucolisch

Bucolicum van bijen door de beemden.
Namiddag onverroerbaar in september.
Een klein geruis van melk, straal uit de spenen
opschuimend room geworden in de emmer.

Genegenheid van warmgebleven flanken
en toegekeerd de roodfluwelen oren.
De vingers van de melker langzaam langer.
Zijn hoofd tegen de huid, een toebehoren.

Uit: "Daar is maar één land..."