Gelijk een moeder
'Wij zijn zachtmoedig met u omgegaan,
geliefde broederen, gelijk een moeder
haar kinderen met bezorgheid voedt en koestert.
Wij waren u zo teder toegedaan.
Wij hadden gaarne, mét de Boodschap, heel
ons eigen leven voor u weggegeven,
die ons zo dierbaar waart en zijt gebleven.
Dat weet gij toch, géén zorg was ons teveel.
Wij hebben dag en nacht gezwoegd, om geen
van u tot last te zijn. Onafgebroken
danken wij God: zijn woord tot ons gesproken,
door ons gepreekt, hebt gij gehoor verleend!'
Uit: "Apostel na de Twaalf "