Boom
De boomcoulissen van het voorjaarsbos
omsingelen mijn dorp. Vooruitgetreden
één ronde kerselaar in volle dos,
een wolk van sneeuw - van lang geleden
het wit dat ik op wintermorgens zag
ademend buiten, een geprikkeld hijgen.
Mijn uitverkoren stam, de lange twijgen
bestoven met tafzijde en brokaat!
Onopgemerkt door ruilverkavelaars,
grondspeculanten en grootmodderaars.
Mijn kerselaar zolang hij staat bestaat!
Uit: "Het oudste geluk "