De ringsloot
Zo kan een ringsloot door het landschap gaan
met lafenis van gras. Zij voert gespiegeld
de bomen mee die op haar bermen staan,
de wolken uit een niemandsland vandaan
en wat gedaanteloos beweegt en wiegelt.
Hier zat ik toen ik nog geen wereld zag
die elders met haar wonderen zou wenken,
het water slechts dat voor mijn voeten lag
en verder liep door de vakantiedag
kon mij een voorgevoel van onrust schenken.
De sloot bleef op de plek die ik verliet,
allengerhand wat slordiger en slomer.
Ik ging en keerde, ik vond elders niet
dan andere vormen van het oud verdriet
dat
tussen berm en bedding verderstroomde.
Uit: "Daar is maar één land..."