Vaas uit Attika
Ik lag zo lang in uw barmhartig bed,
aarde van Attika. Ik lag verzadigd
binnen de gladde rondheid van mijn vormen
nog vol herinnering aan het parfum van bloemen,
aan spitse vingers om mijn hals gesloten.
De zwarte strijder is nog niet gestorven,
hij staat nog recht met opgeheven armen
maar zonder wapen zonder tegenstander.
Uit: "Een tent van tamarinde "