Jarandilla 1
12 november 1556
Gerijd hellebaardieren viermaal tien
die door de drabben van het onland waden
met veertig steilgetorste hellebaarden
in het vroegdonker nauwelijks te zien.
Een bits bevel. De voorstoet stolt terstond
bij binnensmonds
gemompelde protesten
en andere stemmen die snel overleggen,
mijn draagstoel op de bodemloze grond.
Twee boeren opgevorderd voor de nacht
tillen mij beurtelings in hun brede nekken
door holten van gewas en modderplekken
alsof mij Charoon stapvoets overbracht.
Uit: "De Vlinderboom"