Circus
Een dorp van hout en zeildoek stond na uren
háástnachtwerk 's morgens
op het marktplein recht
nawiegend onwaarschijnlijk, maar net echt
om voor een etmaal van vermaak te duren.
Het was een toegedekte wereld zonder
herkenbaar of vertrouwd patroon, en met
vernuft van vingers in elkaar gezet.
Het personeel (er waren dwergen onder
en okeren mannen) bleef vanbinnen bezig
slechts even zichtbaar soms, hoorbaar een slag
van hamers door de stilgevallen dag,
tot in het klaslokaal intens aanwezig.
Uit: "En het dorp zal duren "