Bejegening
De boom die ik al jaren in de verte
zag door mijn venster, stond een weinig voor
het toegeschoven watergroen decor
van bossen die onzichtbaar groter werden.
Vanavond nu de grondnevels beginnen
komt hij eensklaps bereikbaar dichterbij
getreden uit de nagebleven rij
en voor de mist, als uitgespannen linnen.
Hij nadert mij - en blijft dan halverwege
de blonde weide ingehouden staan
verenkeld in de ruimte die hem aan
een onweerstaanbaar waaien overlevert.
Uit: "Daar is maar één land... "