Assisi 1
Ristorante Umbra
Onzichtbaar onder groen de straat beneden
waarin het water loopt van dunne stemmen
en plotseling het wangeluid van remmen
dwarsdoor de franciscaanse middagvrede.
Drie dametjes, drie in het zwart geklede
zeer broze poppen zitten bij elkander
met overbodig haakwerk in de handen
en openblads een boek van lang geleden,
de thee de krant en, van een knie gegleden,
de rijkbestikte sjaal uit zwarte zijde,
een fluisteren somtijds binnensmonds en mijde
van wat de beide anderen al weten.
Het water in een bekken van twee treden
valt op zichzelf tussen oud mos en stenen
terwijl de zwaluwen door alles henen
met knetterende bekken vliegend eten.
Gelui vanuit de straat en eensklaps kreten
intens van kindren, vol muziek de kelen,
die onderweg naar huis met velen spelen.
Het eerste wingerdblad valt naar beneden.
Uit: "De overoever"