Zee
De zee valt de kalkheuvelweiden
van Zwartenes aan en bij
aan stuurboord en bakboordzijde
het voorland voorlangs en voorbij.
Met sluiers van zilver en zijde
schuimbekt in ieder getij
het niemandswater, de wijde
niemandswind uit de lij.
Uit: "Daar is maar één land... "