Waasmunster 1
De kleine straat van ingekeerde huizen
met ramen waaruit kermisvlaggen lagen
werd bij uw doortocht statig langsgedragen.
De kruin der bomen staat vol zwarte kruisen.
Een sneeuw van snippers en gesneden lissen
lag uitgelegd gelijk een groene loper
tot aan de kerk die tintelde van koper
en kaarslicht in de holte van de nissen.
De mensen hebben vroegere gezichten,
een kindertrek vertederd ingetogen.
De kanten voile valt voorbij uw ogen
als een verdriet vol wierook van gedichten.
Uit: "Ik adem mijn eigen aarde"