Over
Wat overblijft zijn slechts geringe dingen,
een paasbloem, een paar pepels in de lucht,
een lijster die haast ademloos blijft zingen
en stemmen, op het grenspunt van gerucht.
Wat moest gezegd is lang al uitgesproken
en elke bezigheid voordien verricht,
de lamp die branden kon is aangestoken
en laat mij lopen in haar stilstaand licht.
Gebeurd is wat toch eenmaal zou gebeuren
want weinig is tegen verwijl bestand.
Wij leven in een stad van louter kleuren
in een met sepia getekend land.
Uit: "Het oudste geluk "