De dag van eden 3
In memoriam matris
Je kleinzoon vroeg naar jou. Hij is twee jaar.
Hij heeft jou veel gemist de laatste weken.
Je was er niet om hem wijs toe te spreken
wanneer hij 's middags rechtstond uit zijn slaap.
Hij ziet je nog bij 't venster met traag werk.
Ik zie het aan zijn oogjes die jou zoeken
want somtijds zit hij met zijn prentenboeken
zo stil als jij zat en zo glanzend ver.
Dan zegt hij iets onhoorbaars voor zich uit,
misschien geen echte woorden, rechte lijnen
die ergens op jou toelopen, verdwijnen,
tegen een witte muur vol zon gestuit.
Uit: "Onverwachts onderweg "