Afgezonderd

De buurtschap ligt verbijsterd afgezonderd
en zonder binnenwegen uitgebannen.
De kou valt door de kieren van de pannen
in de gedeelde leegte van de zolders.

Tot op de dorpelstenen vastgelopen
stolt de bevroren sneeuw van zeven dagen.
Van katten en van kinderen de wasem
houdt op de ruiten wakke plekjes open.

De lange avond is al ingevallen
verkoold gelijk de bomen en de staken.
De sloten dicht, de hekkens en de hagen
en op haar grendels de gevulde stallen.

Uit: "En het dorp zal duren "