Straatje in Lindos
Het hevig licht van Lindos ligt in nissen
en slordig opgevulde venstergaten
gelijk oudgouden lagen van vernissen.
Uit binnenhofjes neer tot in de straten
hangt her en der een bloemtros rood en roze
tegen de witgekalkte muur te blozen.
Krampachtiger in toegesloten tuinen
de laatste bomen met bestoven kruinen.
En een sajetten vrouwtje nagebleven
op de getelde trappen van het leven.
Uit: "Een tent van tamarinde"