Paardebloem
Mijn goud van deze morgen was
een paardebloem, op groener gras
dan ik tevoren ergens zag.
Zijn geel gaf klaarte aan mijn dag
die als met aarzeling begon
over het gaas van het gazon.
Ik bleef uurlang, nadat ik van
hier naar mijn werk liep, in zijn ban.
Maar toen ik in de schemering
op huis aan door het grasland ging
zag ik tot mijn verbazing dat
hij plots onder een pluisbol zat
van ragfijn haar en iele twijn,
bijna schetsmatig. Ik blies zijn
veerlichte zaadjes op de wind
gelijk ik vroeger deed als kind,
want op het eind waait alles on-
barmhartig weg wat men ooit won.
Uit: "Het oudste geluk "