Pelikaan
Uit de vier verten, voor haar voer gevlogen
keert naar haar broedsel moeder pelikaan.
Drie wachten vratig, met drie bekken open.
Zij brengt, haar borst nabij, hun voedsel aan.
De vlerken na het vliegen dichtgevouwen
onder de gloring van de zomermaan
zijn dragers van onmetelijk vertrouwen.
Met beurtelings gaan en komen, af en aan
keert naar haar broedsel moeder pelikaan
de voorraad voor het heilig voortbestaan.
Uit: "Hout op snee "