Nieuwjaarsnacht
Ik rijd huistoe en door de nieuwjaarsnacht.
Van alle kant geblaf, gekraak van vuurwerk
en het geklater van veraffe stemmen
vóór de fusees van onbeheerst gelach.
De sterren die steeds mijn vertrouwden waren
verdwijnen in een sproei van kleuren
die, voor zij doven, nog heel even duren.
De ronde maan staat lijdelijk te staren
boven het dek van wolken uit en blaren.
Uit: "Buitengaats"