Op de hoek van de Kerkhofdreef bevindt zich het volgende bord. Niet zo lang geleden was deze dreef nog afgezoomd door statige oude eiken (foto hieronder). Bij de recente inbreiding van een woonkern sneuvelde dit typische dorpsgezicht.
Vergane glorie.
Het bord bevat strofen uit twee gedichten.
1. Begrafenis,vooroorlogs
In paradisum, - o ten paradijze
mogen de engelen de weg u wijzen, -
begon het lied van in de middengang,
een dun geluid van nauwelijks tien tongen
dat op het vierkant kerkplein voorgezongen
tegen de huizen vaart verkreeg, en klank.
Je hoorde van de langzaamgaande rijen
niets dan de schoenen over de kasseien
met af en toe een half verstilde stem
en in de Drongendreef halfweegs gekomen
vernam je uit de rode eikenbomen
een onvergetelijk roerloos requiem.
Uit "Moerbeke-Waas toen en thans"
2. Het kerkhof hier
De schoonschriftletters onder mos
verbergen hun misbaar
achter de streling van een bos
chrysantenkroezelhaar.
Het gras voorzichtig ingetoomd
groeit op weerbarstig zand,
o dennenboom o dennenboom
geen schoner groen in het land.
Het dorp van buiten het hek
werd hier in arduin herhaald,
alleen in een kleiner bestek
alleen op een kleinere schaal.
De bakker de winkelier
en de kleine vroegere smid
liggen gedrieƫn tezamen hier
even dood even wit.
De dokter die niet meer geneest
het kindje dat niet meer schreit
hebben elkaar voor het eerst
hier ontmoet voor altijd.
Maar al wie tezamen hoort
de vriend en de echtgenoot
gingen gescheiden aan boord
op de zwarte bark van de dood.
Alles wat soms verontrust
droefenis hoop en belang
is water dat stoot op de kust
onaflaatbaar en levenslang.
Gras en zand van de tijd
kruipt over alles heen
beweegt vernietigt en splijt
ijzer verdriet en steen.
Uit "Onverwachts onderweg"
Op het kerkhof ligt Anton van Wilderode begraven onder een eenvoudige grafsteen.