Door het schip van de zeewind bemand komt de Schelde rumoerig aan land en stort zich voorover met stoten in het stil labyrint van de sloten.
Maar soms wordt haar grimmig gezicht overwoekerd door veren van licht en liggen haar nijdigste golven onder de melk van de morgen bedolven.
Uit: 'Ik adem mijn eigen aarde' 1974. Oorspronkelijk (1967) gepubliceerd in het fotoboek 'Sint-Niklaas en het Land van Waas'